Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

Tien verboden in de opvoeding

De tien dingen die men een kind nooit zegt die door Schaefer in Psychological Reports in 1997 gepubliceerd werden. Zij geven een aardig beeld van de wijze waarop de persoonswording van een kind door de opvoeding beschadigd kan worden. Vertaling is van Jan Willems.
Tien verboden in de opvoeding

 

Verbod 1

Gij zult Uw kind niet afwijzen door te zeggen: van jou kan niemand houden.


Verbod 2

Gij zult Uw kind niet neerhalen door te zeggen: wat ben jij toch stom!

 

Verbod 3

Gij zult Uw kind niet tot perfectionisme drijven door te zeggen: hoe komt het nou dat je slechts tweede werd?


Verbod 4

Gij zult Uw kind niet verdoemen door te zeggen: het wordt nooit wat met jou!


Verbod 5

Gij zult Uw kind niet negatief vergelijken door te zeggen: waarom lijk je niet wat meer op je broer?


Verbod 6

Gij zult Uw kind niet tot zondebok maken door te zeggen: het is jouw schuld dat wij gaan scheiden.

 

Verbod 7

Gij zult Uw kind niet beschamen door te zeggen: kijk eens hoe kinderachtig Jantje doet.

 

Verbod 8

Gij zult Uw kind niet uitschelden met: hufter, trut, zak, hoer!


Verbod 9

Gij zult Uw kind niet fysiek bedreigen, zoals in: ik sla je nog eens tot moes!


Verbod 10

Gij zult Uw kind niet emotioneel chanteren (op zijn schuldgevoelens werken) door te zeggen: hoe kun je dat nou doen, na alles wat ik voor jou gedaan heb?

 

(o.c. via  Wie zal de opvoeders opvoeden? pp. 895-896)