Er zijn veel vormen van stotteren. De één herhaalt lettergrepen, woorden of zinsdelen. De ander blijft hangen op bepaalde letters, houdt klanken lang aan of blokkeert helemaal. Stotteren is een complex probleem, een communicatie probleem, een maatschappelijk probleem en stotteren ontwikkelt zich.
Stotteren wordt omschreven als "spraak die gekenmerkt wordt door veel voorkomende herhalingen of verlengingen van klanken of lettergrepen of woorden of door veel voorkomende aarzelingen of pauzes. Deze verschijnselen komen langdurig (minstens drie maanden) of veelvuldig voor en zijn zodanig ernstig dat het de vloeiendheid van de spraak duidelijk verstoort”. In dit stukje wordt uitsluitend de meest voorkomende vorm van stotteren besproken, nl. het ontwikkelingsstotteren.
Stotteren wordt wel vergeleken met een ijsberg. Het openlijk stotteren met zijn blokkades, herhalingen en ongewilde pauzes tijdens het spreken is goed merkbaar, dus ‘boven water’ . Daarnaast bestaat er het zogenaamde verborgen stotteren; dit deel blijft voor de buitenwereld onzichtbaar, maar kan een belangrijker plaats innemen dan het openlijk stotteren: het vermijden van moeilijke woorden, de spreekangst en de minderwaardigheidsgevoelens. Deze laatste verschijnselen blijven als het ware ‘onder water’.
Wereldwijd zijn er zo'n 60 miljoen personen die stotteren (PDS, we gebruiken deze internationaal gangbare term liever dan 'stotteraar', omdat de persoon veel meer is dan alleen dat laatste), terwijl in heel Europa 3.740.000 mensen last hebben van stotteren. In Nederland en België zijn die getallen 170.000 respectievelijk 100.000.
Bron: Stotteren.nl
Lees hier ook de 'Richtlijn stotteren bij kinderen, adolescenten en volwassenen 2020'.