Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

'Oudertraining blijkt te werken voor kinderen met ADHD'

Kinderen met ADHD hebben er baat bij als hun ouders een oudertraining volgen. Ze worden minder ongehoorzaam, vertonen minder opstandig gedrag en hebben minder driftbuien en angst- en stemmingsklachten.

Dat blijkt uit onderzoek van Barbara van den Hoofdakker van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Van den Hoofdakker promoveert 7 oktober 2009 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Verhoogd risici
ADHD (Attention-Deficit Hyperactivity Disorder) is een veel voorkomende stoornis bij kinderen, die zich uit in onder meer verminderde concentratie, hyperactiviteit en impulsiviteit. De aandoening leidt vaak tot problemen op school, in het gezin en in relaties met leeftijdgenoten. Op de langere termijn lopen kinderen met ADHD een verhoogd risico op het ontwikkelen van bijvoorbeeld delinquent gedrag en verslaving. Goede behandeling is daarmee van groot persoonlijk én maatschappelijk belang.

Effect op ouders en kinderen
Van den Hoofdakker verrichtte onderzoek onder 94 kinderen tussen vier en twaalf jaar met ADHD en gedragsproblemen. De ouders van de helft van deze kinderen kregen reguliere zorg, de ouders van de andere helft van de kinderen kregen daar bovenop een speciale oudertraining. Deze bestond uit 12 groepssessies van elk twee uur, waarin de ouders onder meer leerden hoe ze het dagelijkse leven van hun kind kunnen structureren, hoe ze hun kinderen kunnen instrueren en hoe ze gewenst gedrag kunnen prijzen en belonen.

Minder ongehoorzaam
Uit haar onderzoek blijkt dat kinderen met ADHD minder ongehoorzaam zijn, minder opstandig gedrag vertonen en minder driftbuien en angst- en stemmingsklachten hebben wanneer hun ouders de oudertraining hebben gevolgd. Ook de hoeveelheid stress bij de ouders neemt af, maar op dit punt biedt oudertraining geen meerwaarde boven de reguliere zorg, want ook in de groep die alleen reguliere zorg kreeg, nam de stress bij de ouders af. Wanneer het kind naast ADHD ook andere stoornissen heeft, zoals een gedragsstoornis, of een angst- of stemmingsstoornis, biedt de oudertraining geen duidelijke meerwaarde.

Bepaalde groepen ouders
Opmerkelijk is dat oudertraining minder zinvol is bij moeders die een negatief beeld hebben van zichzelf als opvoeder. Van den Hoofdakker: 'Naar de oorzaken daarvan hebben we geen onderzoek gedaan. Maar we vermoeden dat deze vrouwen de aanwijzingen uit de oudertraining minder snel opvolgen. Ze denken misschien dat het ze tóch niet lukt het gedrag van hun kind te veranderen.' Kinderen van vaders die bij zichzelf symptomen van ADHD waarnemen, blijken juist nog beter te reageren wanneer hun ouders een oudertraining volgen. Van den Hoofdakker: 'Op de oudertraining wordt veel aandacht besteed aan rustig blijven, aan niet-impulsief gedrag. Vaders die uit zichzelf impulsief handelen, hebben daar misschien meer baat bij dan vaders die uit zichzelf weldoordacht reageren. En dus knappen hun kinderen er meer van op als ze de training volgen.'

Nederlands onderzoek
Het onderzoek biedt volgens Van den Hoofdakker een belangrijk houvast voor de hulpverleners in de kinder- en jeugdpsychiatrie en GGZ in Nederland. 'Al het bestaande onderzoek op dit terrein komt uit de Verenigde Staten. Uit ons onderzoek blijkt nu dat de training ook effectief is in de Nederlandse situatie. Bovendien hebben aan het onderzoek gezinnen meegedaan waar meestal al langer problemen zijn, en waarbij de ouders vaak al bij meerdere hulpverleners hebben aangeklopt.' Zegt Van den Hoofdakker We hebben aangetoond dat de interventie écht werkt en ook in welke gevallen zij meer en minder effectief is.'

Bron: Rijksuniversiteit Groningen (oktober 2009)