Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

Moderne lelijke eendjes

Aan de grond zitten. In het leven van alledag roept deze ervaring gemengde gevoelens op. Gevoelens van wanhoop en twijfel, maar ook van hoop en vertrouwen om de gerezen problemen het hoofd te leren bieden. In deze rubriek wordt gekeken naar de manier waarop hulpverleners en ouders naar problemen kijken en deze gezamenlijk leren oplossen. Hoe kan een negatieve spiraal in opvoedingssituaties worden gestopt en een positieve balans worden hersteld?


Het klinkt zo sympathiek en kindvriendelijk. Kinderen in het onderwijs die speciale zorg nodig hebben, hoeven niet langer naar een andere school maar kunnen die zorg op hun eigen school krijgen via extra middelen, die ze in een zogenaamd ‘rugzakje’ met zich mee kunnen nemen. Extra aandacht, wie wil dit niet in een tijd waarin de aandacht over zo veel verschillende zaken verdeeld moet worden dat er nauwelijks tijd over is als iets een beetje meer aandacht vraagt dan men gewend is aan dingen te geven? Juist probleemkinderen hebben extra aandacht nodig. Hoe moeten ze anders af komen van de problemen waarmee ze zo eenzaam worstelen en die ze in hun eentje niet kunnen oplossen?

Nico is zo’n jongen die het op school niet zou redden zonder de nodige extra aandacht. Als kind is hij altijd een beetje onhandig en wordt hij veel uitgelachen en ook wel gepest. De ouders zijn daarom erg ingenomen met de zorg die op school aan de opvang en begeleiding van hun zoon wordt besteed. Als hun zoon voor het eerst naar de basisschool gaat, zijn ze bang dat de leerkrachten streng zullen zijn en het leren voor Nico daardoor moeilijk maken. Zelf hebben ze hun zoon met van alles en nog wat steeds geholpen. Maar ja, hoe reëel is dat geweest? Hebben ze hun zoon niet te veel beschermd, is hij wel weerbaar genoeg geworden? De leerkrachten stellen hen echter gerust en verzekeren hen dat hun kind op school in goede handen is.
             De eerste jaren op de basisschool verlopen heel aardig. Maar ondanks alle goede zorgen komt het leerproces van Nico niet goed op gang. Huiswerk maken lukte eenvoudigweg niet zonder begeleiding en ook met begeleiding zijn de leerresultaten niet bemoedigend. Niet in de laatste plaats voor Nico zelf, die geleidelijk aan met steeds minder plezier naar school gaat, in de klas woede-uitbarstingen krijgt en door de andere kinderen daarom ook steeds meer gemeden wordt. Zo loopt het ondanks alle goede zorgen toch nog mis met Nico. Zelfs een laatste poging om Nico samen met nog twee andere kinderen een aangepast leerprogramma aan te bieden mag niet baten. Thuis wordt Nico steeds neerslachtiger. In de vakanties fleurt hij op. Als na de vakantie de school weer begint, gaat het weer mis. Ten langen leste wordt besloten een intelligentie-onderzoek te doen. Als daaruit blijkt dat Nico een beneden-gemiddelde intelligentie heeft, wordt de knoop uiteindelijk doorgehakt. Nico wordt verwezen naar een SBO-school, een school voor speciaal basisonderwijs. Een moeilijke beslissing na jaren geprobeerd te hebben om Nico binnen de school te houden en hem niet als een lelijk jong eendje uit het nest te stoten. Waarbij dan natuurlijk tevens, tot overmaat van ramp, de vraag opkomt of deze beslissing niet al veel eerder had moeten worden genomen. Hadden we Nico niet een lijdensweg kunnen besparen door hem al veel eerder naar een speciale school te laten gaan? Vragen te over. Laten we dan in ieder geval nù eens goed kijken naar Nico’s reacties. Hoe valt de beslissing uit voor Nico, hoe ervaart hij de overgang naar de nieuwe school?

Waar iedereen bang voor is geweest, blijft uit. Nico laat geen noemenswaardige negatieve reacties zien op de nieuwe situatie met uitzondering van een zekere spanning bij de overgang naar de nieuwe school. Eenmaal op de nieuwe school voelt hij zich direct thuis. Positieve ervaringen overtreffen veruit de gevreesde negatieve reacties. Nico voelt zich niet zozeer uitgestoten uit de oude school als wel opgenomen op de nieuwe school. Hier is hij niet langer het lelijke eendje dat niet kan leren, maar heeft hij aansluiting bij andere kinderen die hetzelfde leertempo hebben als hij en die niet steeds extra aandacht nodig hebben omdat ze wéér iets niet begrijpen wat andere kinderen al lang door hebben.

In deze casus zien we dat bepaalde verschillen tussen kinderen moeilijk ongedaan kunnen worden gemaakt. Ondanks alle moeite om Nico op de oude school niet een lelijk eendje te laten zijn en hem dezelfde rechten te geven als andere kinderen, is het eindresultaat toch hetzelfde als in het sprookje. Nico voelt zich uiteindelijk meer thuis op een speciale school dan op een gewone school. Nico kan in de nieuwe situatie worden vergeleken met een zwaan omdat hij daarin ontspannen kan zijn, kan stralen van plezier en daarmee kwaliteiten laat zien die voorheen onzichtbaar bleven. Om dit soort kwaliteiten moet het gaan in de jeugdzorg.



Peter van der Doef,