Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

Leren van iedere suïcide

Diana van Bergen doet onderzoek naar suïcide onder jongeren. Samen met haar collega’s interviewt ze jongeren die een suïcidepoging deden of suïcidale gedachten hebben. Ook spreekt ze met de naasten van jonge mensen die door zelfdoding om het leven kwamen. Door alle levensverhalen op wetenschappelijke wijze in kaart te brengen, hoopt Van Bergen bij te dragen aan de preventie van suïcides.
Leren van iedere suïcide


“Toen ik met dit thema aan de slag ging, heb ik me natuurlijk wel even achter mijn oren gekrabd: wil ik dit wel? Het is een heftig onderwerp. Maar het bleek juist heel motiverend te zijn om me bezig te houden met iets wat er echt toe doet. De huidige stand van zaken is dat we nog niet goed kunnen voorspellen wie in een schoolklas of kliniek uiteindelijk een suïcidepoging zal doen of door zelfdoding zal komen te overlijden. Hoewel er ook mensen zijn die vrezen dat dat überhaupt nooit gaat lukken, hoop ik dat het wél kan. Dat wil ik geloven en daar wil ik aan bijdragen.”

Toename

Jaarlijks overlijden ongeveer 300 mensen in de leeftijdsgroep 13-30 jaar aan zelfdoding. Jeugdsocioloog Diana van Bergen houdt zich al bijna twintig jaar met het thema bezig en ziet dit aantal stijgen. “Het is nu erger dan zeg tien of twintig jaar geleden. Ik denk dat dat onder andere met de toegenomen prestatiedruk te maken heeft. Dat het probleem eerder groter dan kleiner wordt, is voor mij een extra motivatie om dit onderzoek te blijven doen.”

Interviews

Om beter zicht te krijgen op hoe het kan dat jongeren suïcidegedachten ontwikkelen of pogingen doen, neemt Van Bergen interviews af. Zo praat ze met deze groep jongeren over wat maakte dat ze zich zo hopeloos voelden. Door hun verhalen op systematische wijze in kaart te brengen krijgen Van Bergen en haar collega’s meer inzicht in wat er precies voor zorgde dat de jongeren op dit punt terechtkwamen en wat hielp bij hun herstel.

Jaarlijks overlijden ongeveer 300 mensen in de leeftijdsgroep 13-30 jaar aan zelfdoding. Jeugdsocioloog Diana van Bergen houdt zich al bijna twintig jaar met het thema bezig en ziet dit aantal stijgen. “Het is nu erger dan zeg tien of twintig jaar geleden. Ik denk dat dat onder andere met de toegenomen prestatiedruk te maken heeft. Dat het probleem eerder groter dan kleiner wordt, is voor mij een extra motivatie om dit onderzoek te blijven doen.”

Interviews

Om beter zicht te krijgen op hoe het kan dat jongeren suïcidegedachten ontwikkelen of pogingen doen, neemt Van Bergen interviews af. Zo praat ze met deze groep jongeren over wat maakte dat ze zich zo hopeloos voelden. Door hun verhalen op systematische wijze in kaart te brengen krijgen Van Bergen en haar collega’s meer inzicht in wat er precies voor zorgde dat de jongeren op dit punt terechtkwamen en wat hielp bij hun herstel.

Psychosociale autopsie

Van Bergen duikt ook in de levensloop van jongeren die een eind aan hun leven maakten. “Zij kunnen niet vertellen wat er in hen omging tijdens de laatste maanden, weken en dagen van hun leven, terwijl daar mogelijk juist aanknopingspunten voor preventie liggen.” Daarom gaat Van Bergen in gesprek met mensen die dicht bij de overleden jongere stonden. “Denk aan ouders, broers en zussen en vrienden, maar bijvoorbeeld ook de school en eventuele behandelaren. Door middel van een ‘psychosociale autopsie’ probeer ik iemands levensverhaal van A tot Z in kaart te brengen, met speciale aandacht voor de laatste maanden.”

Ouders

Voordat Diana en haar team op bezoek gaan bij ouders en andere naasten, screenen ze hen om te kijken of ze er wel klaar voor zijn om over het onderwerp te praten. Dat neemt niet weg dat het ook zwaar is voor de nabestaanden die door de screening komen. “Maar we merken dat ze het fijn vinden om alles nog één keer langs te gaan. Om chronologisch door het leven van de overleden jongere te lopen. Ouders willen graag helpen. Ik hoor vaak: als ik met het verhaal van mijn kind maar één suïcide kan voorkomen dan is het het waard.”

Zwaar

Zulke gesprekken laten de onderzoekers uiteraard niet onbewogen. “We hebben tot nu toe 35 psychosociale autopsies gedaan en daarvoor 79 naasten gesproken. Je duikt best diep een persoon in. Dat kan heftig en moeilijk zijn. Daarom doen wij deze interviews altijd met zijn tweeën. Dat heeft als extra voordeel dat we kunnen overleggen als dat nodig is. Bijvoorbeeld als we denken dat er hulp ingeschakeld moet worden.”

Buitengesloten

Een van de belangrijkste conclusies die Van Bergen op basis van de interviews trekt, is dat de jongeren waarnaar zij onderzoek doet zich vaak buitengesloten voelen. “Ze vinden moeilijk aansluiting en voelen zich geen onderdeel van een groep, terwijl ze dit wél graag zouden willen. Om deze reden is er een oververtegenwoordiging van bijvoorbeeld LHBT’ers, jongeren in de pleegzorg en mensen met stoornissen in het autismespectrum. Ik denk dat we als samenleving nog meer moeten letten op inclusiviteit en ervoor moeten zorgen dat er rolmodellen van allerlei pluimages zijn.”

Genderparadox

Daarnaast onderstreept het onderzoek van Van Bergen dat er meer aandacht voor zelfdoding onder jonge mannen nodig is. “Het is opvallend: hoewel vrouwen meer dan twee keer zo vaak een poging doen, zijn het juist mannen die twee keer zo vaak komen te overlijden. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat vrouwen eerder en duidelijker aan de bel trekken. Mannen praten er vaak helemaal niet over of doen dat in cynische of bedekte termen, waardoor hun hulpvraag niet herkend wordt.” In september 2023 beginnen Van Bergen en haar team daarom met een nieuw project dat specifiek op mannen gericht is. “In dit project hopen we de levensgeschiedenis en laatste maanden van 24 overleden jongemannen goed in kaart te kunnen brengen.”

Database

Als onderzoeker heeft Van Bergen een duidelijke wens voor de toekomst: een database waarin alle suïcides in Nederland gedetailleerd worden bijgehouden. “Het CBS heeft wel wat beknopte demografische informatie en er zijn forensische rapporten, maar die zijn vaak een gatenkaas. Daardoor weten we niet hoe iemands levensloop eruitzag en of hij of zij bijvoorbeeld gepest werd. Dat is in Engeland veel beter geregeld. Daar heb je veel betere verslaglegging. Na elke suïcide wordt er heel zorgvuldig en diepgaand gerapporteerd wat er speelde. Het zou mooi zijn als wij dat ook gaan doen.”

Denk je aan zelfmoord of maak je je zorgen om iemand? Praten over zelfmoord helpt en kan anoniem via de chat op www.113.nl of telefonisch op 113 of 0800-0113.

Tekst: Beau Oldenburg 

 

Meer lezen over suïcide? Bekijk dan deze artikelen op GGZ Digitaal.