Ouders krijgen nog altijd behandelvormen voor hun kind aangeprezen waarvan intussen heel duidelijk is dat ze niet effectief zijn en op geen enkele wetenschappelijke evidentie gestoeld zijn. Een enkeling beweert al wel eens dat dyslexie een dwaalspoor is, een uitvinding om te verdoezelen dat de ernstige en hardnekkige problemen waarmee deze kinderen worstelen, allemaal het gevolg zijn van inadequaat leesonderwijs, en dus de schuld van de scholen die er niet voor kiezen om met een bepaalde leesmethode aan de slag te gaan. Verwarring troef dus.
Deze verwarring hangt wellicht samen met het feit dat de wetenschap er nog niet in geslaagd is het fenomeen dyslexie volledig te doorgronden. Onderzoekers uit diverse disciplines buigen zich over het probleem, bieden nieuwe inzichten en opperen hypothesen voor verder onderzoek, dat ze meer en meer in interdisciplinaire samenwerking vormgeven. Maar ze zijn het zeker niet altijd eens met elkaar. Er blijft discussie en dat kan ook niet anders. Zolang we een fenomeen nog niet helemaal hebben kunnen doorgronden, zal onenigheid en discussie deel blijven uitmaken van het wetenschappelijk gebeuren. Dat is ook de enige manier om op dat vlak vooruitgang te boeken.
De Brede vakinhoudelijke richtlijn dyslexie is een zeer gedegen, weloverwogen, breed gedragen en informatieve richtlijn geworden. Iedere professional die betrokken is bij een kind of jongere die lezen en/of spellen moeilijk vindt kan er haar/zijn voordeel mee doen.
Lees hier meer over dyslexie. Liever een boek lezen? Bekijk hier diverse boeken over het onderwerp.