Het gezicht van de zaaier kunnen we door het tegenlicht niet herkennen; het zou iedereen kunnen zijn die iets wil laten ontkiemen. De grond moet eerst bewerkt worden, voordat er gezaaid kan worden. De boom naast de zaaier is een beeld van groei- en oprichtingskracht. Het stromende water van de rivier de bron van het leven. Het geven van therapie is ploegen, zwoegen, zaaien, voeden, wieden, afstemmen op de weersomstandigheden en als de tijd rijp is: oogsten. De zon achter de zaaier is tevens het beeld voor de geestelijke zon, die voor mij inspiratie en intuïtie betekent. Soms is de grond moeilijk te bewerken en ontbreekt het aan het juiste gereedschap. Tijdens mijn eerste beroepsopleiding als docent handvaardigheid leerde ik om de verbeeldingskracht bij jongeren te stimuleren. Als orthopedagoog werkzaam in de kinder- en jeugdpsychiatrie zocht ik naar beeldende middelen om kinderen en jongeren, die in hun ontwikkeling waren vastgelopen, uiterlijk en innerlijk weer in beweging te krijgen. Ik wilde hun scheppende fantasiekrachten aanspreken. Als speltherapeut ‘beeldcommunicatie’ hield ik mij bezig met de vraag: ‘wat doe je met kinderen, die de spelleeftijd ontgroeid zijn?’ Kinderen willen niet praten over problemen. Volwassenen vinden dat al moeilijk. Kinderen zijn in dit opzicht nog niet in staat tot reflecteren. De opleiding symbooldramaI, maar ook de opleiding gezinstherapie boden mij de inspiratie om beeld en woord met elkaar te verbinden. Vervolgens ontdekte ik de verhalentherapie. Eerst zocht ik naar verhalen voor kinderen en voor hun ouders. Die weg beschrijf ik in de eerste drie hoofdstukken. Daarna maakte ik verhalen met kinderen en vervolgens stimuleerde ik kinderen hun eigen verhaal te vertellen. Dit wordt beschreven in de hoofdstukken 4 en 5. Over de indicaties en contraindicaties en hoe de verbeeldingskracht van de therapeut gevoed kan worden, daarover gaan de laatste twee hoofdstukken. Van Gogh hoopte dat zijn kunst troost zou brengen aan de geestelijk en sociaal onderdrukten. In mijn verhalenkffer zitten verhalen die troost, verlossing en een nieuw perspectief bieden voor kinderen en jongeren met psychische problemen. Hoe deze verhalen in de koffer zijn gekomen en welke weg zij hebben afgelegd, daar verhaalt dit boek over.
Bovenstaande tekst komt uit het voorwoord van het boek Vertel!, geschreven door Thea Giesen.
Over het boek
Hoe kun je als therapeut gebruik maken van verhalen om vervormingen in gedachten en gevoelens om te buigen naar helpende gedachten en positieve gevoelens? Hoe kun je handelingen waar het kind in vastgelopen is met beelden inspireren tot nieuw gedrag?
Vertel! is een indrukwekkend pleidooi om verhalen een belangrijke plaats te geven in de psychotherapie met kinderen. De werkwijzen en methodieken die Thea Giesen beschrijft zijn vernieuwend en origineel. Zij put daarbij uit een rijke ervaring. Als docent handvaardigheid en later als orthopedagoog werkte zij in de kinderen jeugdpsychiatrie en zocht naar beeldende middelen om kinderen en jongeren, die in hun ontwikkeling waren vastgelopen, uiterlijk en innerlijk weer in beweging te krijgen. Als speltherapeut ‘beeldcommunicatie’ kwam de vraag: wat doe je met kinderen die de spelleeftijd ontgroeid zijn? De opleiding symbooldrama, maar ook de opleiding gezinstherapie boden haar de speelruimte om beeld en woord met elkaar te verbinden. Vervolgens ontdekte zij de verhalentherapie.
De eerste drie hoofdstukken bieden verhalen voor kinderen en hun ouders. Daarna volgen verhalen met kinderen en vervolgens komt Thea Giesen tot een geheel nieuwe methodiek om kinderen hun eigen thema te laten vinden en hun eigen verhaal te laten vertellen.
De vele voorbeelden en de heldere beschrijving van de processen maken van Vertel! een hoopgevend en toegankelijk boek.
Bekijk hier het inkijkexemplaar!