Het is alleen zo vervelend dat ik niet altijd goed uitkijk. Het lijkt wel of ik veel vaker pech heb dan anderen. Zoals die keer dat ik achterover het zwembad in duik en met mijn hoofd hard op de rand terechtkom, met een hersenschudding als gevolg. ik vergeet ook echt nóóit meer dat ik na een verspringwedstrijd op school met een dubbele beenbreuk naar het ziekenhuis moet! Ook niet dat ik in huis met de bal een kostbaar beeldje raak en de schemerlamp omstoot terwijl ik op mijn handen door het huis loop. En al helemaal niet dat ik bij mij thuis het glas-in-loodraam aan diggelen schiet. Als ik even het nieuwe speelgoed van mijn zusje ‘bekijk’, lijkt dat in mijn handen spontaan stuk te gaan.
4 jaar
Samen met mijn moeder en mijn babyzusje in de kinderwagen, wandel ik door het dorp. Mijn moeder wil dat ik naast haar blijf lopen, want ze is bang dat ik net als
de vorige keer zomaar de straat over ren. Maar dat kan ik niet! Mijn benen kunnen niet gewoon rustig lopen, ze willen altijd rennen! Als ik mijn moeder beloof om op
de stoep te blijven en meteen stop als ze mij roept, mag ik steeds een stuk vooruit rennen. Zo lang ze mij maar kan blijven zien. Blij ren ik heen en weer en klim ik op muurtjes en spring er weer vanaf. Enthousiast spring ik over een tuinhekje en beland tussen de bloemen in de tuin. ‘Je kunt niet zomaar in de tuin van andere mensen springen’, hoor ik mijn moeder roepen. We komen langs een weiland met prikkel- draad. ‘Kijk eens hoe hoog ik kan springen!’, roep ik naar mijn moeder en ik neem een aanloop om er overheen te springen. ‘Au! Mijn been!’, roep ik, terwijl ik op de grond lig. Het was toch iets te hoog en ik ben met mijn been in het prikkeldraad blijven haken.
6 jaar
Op een zondag zijn we met ons gezin aan het midgetgolfen. Omdat we met ons vieren zijn, moet ik lang wachten tot ik weer aan de beurt ben. Mijn ouders willen graag dat we naar elkaar kijken, maar daar heb ik het geduld niet voor. ‘Ik ga alvast op de volgende baan oefenen’, roep ik. De banen zijn niet alleen leuk om op te golfen maar ook om overheen te springen! Ik ren langs alle banen en spring over de hindernissen. ‘Niet doen’, roept mijn moeder, ‘daar zijn de banen niet voor bedoeld!’ Haar woorden dringen niet tot mij door en ik ren verder om over een stapel stenen te springen. Maar dat gaat mis! Ik voel een scherpe pijn in mijn onderbeen en als ik naar beneden kijk zie ik dat mijn been onder het bloed zit. Mijn zeer geschrokken ouders proberen tevergeefs met zakdoekjes het bloeden te stoppen. ‘Ik denk dat het gehecht moet worden, de wond is heel diep’, zegt mijn moeder. ‘Waarom doe je ook altijd zo wild’, zegt mijn vader een beetje boos. ‘Je hebt ook altijd wat!’
Goed om te weten
Over het algemeen wordt ADHD nog vooral geassocieerd met altijd héél erg druk zijn. in de volksmond wordt ADHD dan ook vaak ‘Alle Dagen Heel Druk’ genoemd. Hoewel ik me aan deze uitspraak erger, besef ik tegelijkertijd dat veel mensen werkelijk geen idee hebben hoe ADHD er bij meisjes uit kán zien.
Mijn gedrag, zoals ik in de ervaringen hierboven beschrijf, voldoet aan het beeld dat de meeste mensen van ADHD hebben. Een meisje met ADHD kán inderdaad, zoals ik, druk en impulsief zijn, maar dat hoeft niet per se. Zij kán verstorend gedrag vertonen. Zij kán problemen met haar concentratie hebben, maar ook dat hoeft niet bij elk meisje met ADHD het geval te zijn. En zeker niet áltijd. De manier waarop ADHD-symptomen zich uiten, kan bij elk meisje anders zijn. ADHD kan er dus bij elk meisje anders uitzien. Ook verschilt de mate waarin zij last kan hebben van problemen die samenhangen met of een gevolg zijn van ADHD (nadeau e.a., 2017, p. 69).
Wat is ADHD?
ADHD is de afkorting voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. in het nederlands vertaald als Aandachtsdeficiëntie (deficiëntie = tekort) en hyperactiviteitsstoornis.
Het is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis met ‘anders werkende hersenen’ als belangrijkste oorzaak. Tegenwoordig ligt de nadruk meer op het effect dat ADHD heeft op de cognitieve functies en minder op de hyperactivi- teit, impulsiviteit en verstorend gedrag (nadeau e.a., 2017, p. 19). Hierdoor kan bij meisjes ADHD gemakkelijker herkend en vastgesteld worden. Zij laten over het algemeen minder vaak hyperactief, impulsief en verstorend gedrag zien dan jongens.
ADHD wordt steeds meer gezien als een probleem van het executief functio- neren (ofwel van het zelfsturend vermogen), zoals organiseren, plannen, inschatten van tijd en bewust de aandacht verschuiven. Ook het reguleren van emoties en het controleren van impulsen vallen hieronder.
De diagnose ADHD wordt pas gesteld als na uitgebreid onderzoek wordt voldaan aan de criteria die zijn beschreven in de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition).
De DSM-5 beschrijft drie vormen van ADHD:
1. Het gecombineerde beeld
iemand voldoet aan zowel de criteria voor aandachtstekort als hyperactivi- teit/impulsiviteit. Dit type is het meest bekend.
2. Het voornamelijk onoplettende beeld
iemand voldoet aan de criteria voor aandachtstekort en niet of nauwelijks aan de criteria van hyperactiviteit/impulsiviteit. Voorheen werd dit type ADD (Attention Deficit Disorder) genoemd.
3. Het voornamelijk hyperactieve/impulsieve beeld
iemand voldoet aan de criteria voor hyperactiviteit/impulsiviteit en niet aan die van aandachtstekort. Dit type komt het minst vaak voor.
De symptomen van aandachtstekort zijn:
1. Ziet details over het hoofd en maakt slordigheidsfouten.
2. Heeft moeite om haar aandacht bij taken of spelactiviteiten te houden.
3. Lijkt vaak niet te luisteren als zij direct wordt aangesproken.
4. Volgt aanwijzingen vaak niet op en slaagt er dikwijls niet in om taken/ schoolwerk af te maken.
5. Heeft moeite met plannen en organiseren (moeite om taken achter elkaar af te maken, moeite om op tijd te komen).
6. Vermijdt taken die een lange concentratie vragen (onder andere bij schoolwerk).
7. raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of activiteiten (materiaal voor school, portemonnee, telefoon, sleutels).
8. Wordt gemakkelijk afgeleid door inwendige prikkels.
9. is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden (zoals bij karweitjes).
De symptomen van hyperactiviteit en impulsiviteit zijn:
1. beweegt vaak onrustig met handen en voeten en kan niet goed stilzitten.
2. Staat vaak op terwijl verwacht wordt dat ze blijft zitten.
3. rent vaak rond en klimt overal op in situaties waarin dit niet gepast is.
4. Kan moeilijk rustig spelen of iets ontspannends doen.
5. is vaak in de weer of draaft maar door.
6. Praat vaak aan één stuk door.
7. Gooit het antwoord er al uit voordat de vraag gesteld is (maakt bijvoor- beeld zinnen af of kan niet op haar beurt wachten).
8. Heeft moeite om op haar beurt te wachten, is ongeduldig (bijvoorbeeld
in een rij).
9. Stoort vaak anderen en dringt zich op (mengt zich bijvoorbeeld zomaar
in gesprekken).
Er is bij kinderen sprake van een aandachtstekortstoornis en/of hyperactiviteit/ impulsiviteit als ten minste zes van de bovenstaande symptomen:
• gedurende zes maanden of langer aanwezig zijn.
• niet passen bij de ontwikkelingsfase.
• op twee of meerdere terreinen aanwezig zijn (bijvoorbeeld op school, in het gezin, met vrienden, in de vrije tijd).
• aanwezig zijn voor het twaalfde jaar. Deze leeftijd is in de nieuwe versie van de DSM aangepast (van 7 naar 12 jaar) vanwege een mogelijk latere aanvang van deze stoornis bij meisjes.
Wat ik nodig had
Het zou fijn zijn als ik zelf én de mensen om mij heen weten dat ik (het gecombineerde type) ADHD heb. Dat ik daarom zo beweeglijk, vaak druk en ongeduldig ben en me niet goed kan concentreren. Dan zou ik mezelf beter begrijpen en ik zou me meer begrepen voelen.
Tips voor ouders:
• Vermoed je ADHD bij je dochter? Handel er dan al vroeg naar alsof dat zo is. Hiervoor hoef je eventueel onderzoek niet af te wachten. begin alvast!
• Ga met je dochter (en met de school) in gesprek om erachter te komen wat zij nodig heeft.
• Zoek samen naar aanpassingen en hulpmiddeltjes voor thuis en op school en probeer die uit.
• Evalueer regelmatig samen. Ga door met wat werkt en stop met wat niet werkt.
• Zie het gedrag van je dochter als iets dat bij haar past en accepteer haar zoals zij is.
• Overweeg onderzoek wanneer je vermoedt dat je dochter ADHD heeft en deze aanpassingen en hulpmiddelen onvoldoende resultaat hebben. Denk ook aan onderzoek als het gedrag van je dochter haar functioneren (ernstig) blijft belemmeren.
in hoofdstuk 36 komt ter sprake hoe onderzoek naar ADHD eruit ziet.
Bovenstaand fragment komt uit Druk en dromerig- ADHD bij meisjes Voor ouders, leerkrachten en meisjes.