Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

Een beetje theorie - Spelenderwijs het probleem ontrafelen: de methode

'Spelenderwijs het probleem ontrafelen' is een vanuit de praktijk ontwikkelde methode, gebaseerd op jarenlang werken met kinderen van de basisschool en mensen die ‘anders begaafd’ zijn (zoals kinderen met het downsyndroom). Als schoolmaatschappelijk werker op drie basisscholen in een achterstandswijk in Rotterdam-Zuid heb ik heel intensief met kinderen gewerkt. Alleen het gebruik van taal in de hulpverlening bleek te eenzijdig om bij de kern van het probleem van het kind te komen, en ook op emotioneel vlak bleek het niet toereikend voor het kind. Dit motiveerde mij om op zoek te gaan naar een methode die meer aansloot bij de belevingswereld van het kind.
Een beetje theorie - Spelenderwijs het probleem ontrafelen: de methode

De stevige taal- en emotionele achterstand van de kinderen in deze wijk vereist een aanvullende manier van werken om tot de kern van het probleem te komen. De vraag is hoe een kind zou kunnen uitleggen wat er bijvoorbeeld thuis aan de hand is als het kind niet de juiste woorden en de bijbehorende emoties kent, als deze voor hem (nog) geen naam hebben. Dit vergt een ma- nier van werken waarbinnen in eerste instantie niet de taal maar het creatieve proces centraal staat.

Vanuit het werken met deze kinderen kwam ik tot verschillende, op het kind gerichte, spelvormen die inzetbaar zijn bij hulp aan het kind. Door met deze spelvormen te werken, wordt het kind door de eraan verbonden emotionele beleving in zijn kern geraakt, waardoor ook zijn belevingswereld dichterbij komt. De hulpvraag, waarnaar we op zoek gaan om het kind daadwerkelijk te kunnen helpen, wordt in zijn pure vorm duidelijk zichtbaar, en er worden aanknopingspunten geboden om aan een oplossing ervan te werken.

Mijn methode wordt gekenmerkt door de houding van de begeleider, die het kind centraal stelt, en door de inzet van verschillende spelvormen, aansluitend op de belevingswereld van het kind, waarbij de taalvaardigheid wordt aangesproken. De drie richtlijnen van de methode laten zich als volgt omschrijven:
1. De sterk kindgerichte benadering is in belangrijke mate bepalend voor de wijze waarop de ouder, de leerkracht en de hulpverlener omgaan met het kind. Hiervoor verwijs ik graag naar de opgenomen praktijkvoorbeelden, onderverdeeld in thema’s in deel 2 (waaronder scheiding van de ouders, omgaan met boosheid en pesten, hechting en trauma’s). 
Dat het kind zelf meewerkt aan zijn hulpverleningsproces is onderdeel van de aan de methode verbonden visie. Hierdoor vergroot het kind ook zijn eigenwaarde. Dit is in het bijzonder van groot belang voor de kinderen op de betreffende scholen in de gegeven wijk; de ouders geloven vaak niet in de mogelijkheden van hun kind omdat zij in hun jeugd ook door hun ouders op deze wijze zijn benaderd.
2.   De creatieve spelvormen, die bij de hulp aan het kind of een groepje – maximum vijf – kinderen worden ingezet, zijn gericht op de behoefte van het kind (zorg, liefde, duidelijkheid, aandacht, structuur, begrip enzovoort), zodat we uiteindelijk het probleem kunnen ontrafelen. Hierbij wordt rekening gehouden met de eventuele hulpvraag (als deze al duidelijk is), de leeftijd, de taalbeheersing, de ontwikkelingsfase, de spanningsboog en de motivatie om mee te werken om tot de kern van het probleem te komen.
3. De taalvaardigheid wordt gestimuleerd. Bij taalarme kinderen, afkomstig uit andere landen of uit achterstandswijken, vluchtelingen en kinderen met een beperking, is het stimuleren van de taalvaardigheid door de inzet van de verschillende spelvormen van groot belang. Hoe beter kin- deren zich verbaal kunnen uitdrukken, des te beter zij de woorden op de juiste wijze kunnen gebruiken en hoe functioneler zij kunnen praten over de dingen die hen bezighouden, waar ze blij van worden en wat moeilijk voor hen is. Door woorden krijgt de wereld voor hen een herkenbaar gezicht.

De methode is passend voor alle kinderen en voor sommige volwassenen. Maar in het bijzonder richt ik mij tot de volgende groepen:
•     kinderen uit probleemgezinnen
•     vluchtelingen
•     kinderen met een grote taalachterstand
•     allochtone kinderen
•     complexe gezinnen
•     kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking

Bovenstaande tekst komt uit het boek Spelenderwijs het probleem ontrafelen van Ellen Hollink-Wolda. Het boek is te koop via Uitgeverij SWP.