Contact| Colofon| Agenda|
JeugdPsychiatrie

De persoon achter het gedrag

Het is de toon die de muziek maakt. Hoe moeten we in de hulpverlening een juiste toon vinden? Hoe voorkomen we dat we betuttelend overkomen of te elitair, te populair of te autoritair? Gaat het verder wel alleen over een betere communicatie of is het doel dat we met de communicatie willen bereiken belangrijker? Goede communicatie is een middel om dichterbij de problemen van de cliënt te komen, bij wat echt belangrijk is voor de cliënt en de levensvragen waar deze mee worstelt.

Zundert is een 10-jarige jongen met ADHD, die in de dagbehandeling al snel opvalt door de vele conflicten met andere kinderen en met volwassenen. Hij schiet vaak uit zijn slof, soms ook letterlijk doordat hij in een onbewaakt ogenblik na een correctie tegen het scheenbeen aanschopt van zijn lerares op school. Dit is duidelijk tegen het zere been, hij krijgt van zijn juffrouw direct de wind van voren. Bij huisbezoek valt het de mentor op dat moeder de kinderen erg hardhandig en snauwerig corrigeert. De appel valt kennelijk niet ver van de boom, kun je dan direct denken. Of: zo moeder, zo zoon. Over vader valt weinig te zeggen, deze is sinds de scheiding van enkele jaren geleden volledig uit beeld. Daar wringt echter wel de schoen, want de scheiding is voor moeder heel pijnlijk geweest. Haast achteloos is ze voor haar gevoel door haar ex-man aan de kant gezet. Dit wil ze niet nog eens laten gebeuren. Sinds die tijd is ze veel scherper geworden in het contact, ook naar de hulpverlening. Misschien dat ze daarom zo strak reageert op haar kinderen? In ieder geval genoeg reden om hieraan de nodige aandacht te besteden.

Er wordt ouderbegeleiding ingeschakeld, waarin blijkt dat de soep niet zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend. Als persoon blijkt moeder een heel toegankelijke vrouw die blij is met de gelegenheid om stil te kunnen staan bij haar situatie en daarvoor nieuwe mogelijkheden te kunnen onderzoeken. Moeder heeft een goede band met ieder van haar kinderen afzonderlijk, met Zundert, zijn twee jaar jongere zusje en hun broertje van vier. Moeder wil vooral het jongste kind beschermen tegen bemoeienissen van de beide oudere kinderen en wil verder dat de opvoeding van een leien dakje gaat en kan niet tegen afwijkingen van de regels, zeker niet als de kinderen haar een grote mond geven en, net als hun vader, haar geen respect betonen. Moeder slaat ook op tilt wanneer de kinderen onderling iets willen uitvechten en gaat dan als een soort politieagent de boel controleren. Om beter zicht te krijgen op de opvoedingssituaties thuis wordt vervolgens videohometraining ingeschakeld. Hierin leert moeder om zich meer te verplaatsen in de belevingswereld van de kinderen, hen te laten praten over hun ideeën over elkaar en de situatie thuis en daarna samen te proberen tot  oplossingen te komen. Moeder is hier erg gelukkig mee, ze vond het altijd heel vervelend als haar ex-man in het verleden hard optrad tegen de kinderen en dreigde in dezelfde valkuil te vallen. Hiervan is ze zich eigenlijk helemaal niet bewust, ze heeft naar haar gevoel altijd in de schaduw gestaan van haar ex-man en de grootste moeite gehad om na de scheiding verder alleen voor de opvoeding te zorgen. Door de betere band die ze met haar kinderen krijgt ontstaat een nieuwe situatie. Doordat de opvoeding een gezamenlijke verantwoordelijkheid is geworden, staat moeder er niet langer alleen voor.

            Met Zundert gaat het ondertussen goed op de dagbehandeling. Als hij zich niet aangevallen voelt blijkt hij, net als zijn moeder, vaak verrassend goede contactuele mogelijkheden te bezitten. Van een gevreesde nieuweling is hij na een tijdje een populaire groepsgenoot geworden.

 

In deze casus zien we dat voor een goed contact met de cliënt vanuit de hulpverlening de nodige stappen meten worden gezet. Men moet niet alleen koersen op eerste indrukken, in de casus als zou moeder hardvochtig zijn. Schijn kan bedriegen, in feite is de moeder van Zundert heel zachtaardig, zoals ook al bleek uit de hartelijke wijze waarop de mentor en ouderbegeleider thuis werden ontvangen. Eigenlijk vielen de harde woorden naar haar kinderen in de eerste gesprekken uit de toon in vergelijking met andere goede bedoelingen die in latere gesprekken duidelijk werden. De hulpverlener die bevestiging zoekt van snel geconstateerde opvoedingsproblemen kan de cliënt ernstig tekort doen. In plaats van verificatie moet, zoals Popper ons heeft geleerd, falsificatie worden gezocht. Niet het slechte moet worden bevestigd (geverifieerd), maar het goede moet worden gezocht èn gevonden.